Afvalstoffenheffing
Afvalstoffenheffing wordt in rekening gebracht voor het ophalen en verwerken van huishoudelijk afval. Bij de afvalstoffenheffing wordt een tariefsdifferentiatie toegepast. Dat wil zeggen dat onderscheid wordt gemaakt in een tarief voor een éénpersoons- en een tarief voor een meerpersoonshuishoudens. De verhouding tussen één- en meerpersoons-huishoudens is ongeveer 35% éénpersoons- en 65% meerpersoonshuishoudens.
De studentenwoningen aan de Dalsteindreef en de studentenflats aan de Rode Kruislaan en Bergwijkdreef (containerwoningen) nemen we niet bij de berekening van het tarief. De eigenaar van deze complexen zorgt zelf voor de verwijdering van de afvalstoffen.
Het overgrote deel van de inkomsten vanuit de afvalstoffenheffing gaat naar Meerlanden voor de inzameling van het huishoudelijke afval. De afgelopen jaren zijn de kosten steeds verder toegenomen, ondanks betere afvalscheiding door de inwoners. De kostenstijging heeft onder anderen te maken met het vele thuiswerken en de wisselende opbrengsten of kosten van het verwerken van afvalstromen. Maar ook spelen de vele investeringen mee van de afgelopen jaren om de afvalinzameling en de service te verbeteren. Deels worden die hogere kosten gedekt uit het groeiend aantal inwoners, maar dat dekt niet alle stijgingen.
Ook voor 2024 zouden we met het huidige tarief van de afvalstoffenheffing niet uitkomen. De kosten van De Meerlanden ten gevolge van de inflatie lopen in 2023 en 2024 fors op. De Egalisatiereserve Afvalstoffenheffing is vanaf 2019 leeg, met als gevolg dat de tekorten van de laatste jaren zijn verrekend met de algemene middelen/reserve. Voornemen is de egalisatiereserve de komende jaren geleidelijk aan weer op niveau te brengen zodat we tegenvallende resultaten kunnen opvangen.
Tot en met 2022 is een bedrag van € 714.000 verrekend met de algemene middelen. Uitgangspunt is dat de afvalstoffenheffing 100% kostendekkend is.
Bovenstaande ontwikkelingen hebben een negatieve invloed op de tariefontwikkeling. Bovenop de reguliere prijsindexering van 3,9% is een extra verhoging van 17,5% nodig om tot een kostendekkende exploitatie te komen.
Bij de behandeling van de Kadernota 2024 vroeg de raad naar de mogelijkheid om groter onderscheid te maken tussen eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens. Dit verschil bedraagt was in 2023 afgerond € 80. Door de voorgestelde indexering loopt dit verschil op tot bijna € 100. Het verschil groter maken betekent een hogere lokale lastendruk voor meerpersoonshuishoudens. Uit een vergelijking met een benchmark is zitten we met het verschil boven het landelijke gemiddelde. Dit is voor ons voldoende motivatie om geen extra aanpassing in dit verschil te maken.
Onderstaande tabel en grafiek geven u inzicht in de kosten die meegenomen worden bij de bepaling van het tarief.
Soort kosten | 2024 | Soort opbrengsten | 2024 |
---|---|---|---|
Aanneemsom Meerlanden | -3.877 | Afvalstoffenheffing | 5.608 |
BTW-verrekening | -875 | Overige bijdrage | 130 |
Directe uren | -165 | ||
Overhead | -132 | ||
Afdracht afvalopbrengsten | -18 | ||
Heffing en invordering | -200 | ||
Rente en afschrijving | -96 | ||
Overige kosten | -7 | ||
Totaal toegerekende kosten | -5.370 | Totaal opbrengsten | 5.738 |
Dotatie aan egalisatievoorziening | 369 |